Neusverkoudheid bij kinderen

Handreiking bij neusverkouden kinderen

Achtergrond
Om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan moet in Nederland iedereen die klachten heeft die bij COVID-19 kunnen passen thuisblijven. De belangrijkste klachten bij COVID-19 zijn verkoudheidsklachten (zoals neusverkoudheid, niezen en keelpijn) en/of hoesten en/of benauwdheid en/of plotseling verlies van reuk of smaak en/of koorts boven de 38 graden. Jonge kinderen zijn vaak en bij herhaling neusverkouden. Dit wordt meestal veroorzaakt door een van de vele verkoudheidsvirussen en gaat vanzelf weer over. Als de algemene maatregelen bij COVID-19 worden aangehouden worden deze kinderen echter vaak en bij herhaling geweerd van kinderdagverblijf of school. Dit is niet wenselijk met het oog op de ontwikkeling van de kinderen en het werkverzuim van de ouders. Sinds iedereen met klachten passend bij COVID-19 laagdrempelig getest kan worden, is er een forse toename van het aantal testen bij jonge kinderen om COVID-19 uit te sluiten zodat zij weer naar school of kindercentrum mogen gaan.

Overwegingen
Bij kinderen verloopt COVID-19 meestal niet ernstig en hun rol in de transmissie van SARS-CoV-2 lijkt beperkt te zijn, zie https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/kinderen. Daarnaast is op dit moment (medio juni 2020) de incidentie van COVID-19 in Nederland laag. Van 1 tot 15 juni 2020. zijn ruim 100.000 mensen in de teststraten getest, waarbij 1,7% van de testen positief was. Van de ruim 3500 kinderen van 0 tot 6 jaar die getest zijn op COVID-19 was 0,5% positief (zie https://www.rivm.nl/nieuws/resultaten-uit-ggd-teststraten). Echter, van de ~ 90 kinderen van 0 tot 6 jaar die getest werden vanwege bron- en contactonderzoek testte 14,3 % positief. Bij een goede bron- en contactopsporing wordt het bij de huidige lage incidentie van COVID-19 niet nodig geacht om alle kinderen van 0 tot 6 jaar met neusverkoudheid te weren of te testen. Na afstemming met het OMT heeft het RIVM de Handreiking voor kinderen met neusverkoudheid daarom aangepast.

Advies
Kinderen van 0 tot 6 jaar met alleen neusverkoudheid ZONDER KOORTS mogen naar het kinderdagverblijf of groep 1 of 2 van de basisschool, behalve als zij een contact zijn van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie of een volwassen gezinslid hebben met klachten die passen bij COVID-19.

Kinderen van 0 tot 6 jaar met andere klachten dan neusverkoudheid, die bij COVID-19 kunnen passen (zoals benauwdheid, hoesten en koorts) moeten thuisblijven. Zij kunnen op verzoek van de ouders getest worden.

Kindercentra en basisscholen melden conform artikel 26 van de Wpg clusters van 3 of meer kinderen in één groep met verdenking op COVID-19 aan de GGD.

Testen
Het is belangrijk dat kinderen van 0 tot 6 jaar met neusverkoudheid getest worden op COVID-19 als zij een contact zijn van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie of deel uitmaken van een uitbraakonderzoek. Uiteraard kunnen kinderen met neusverkoudheid ook getest worden op indicatie van de behandelend arts of op verzoek van de ouders.

Bovenstaand advies wordt regelmatig geëvalueerd en op basis van de epidemiologische ontwikkelingen zo nodig aangepast.

bron: RIVM
Media
  • ktpu2mp24r3r